In de oudheid werd met “genius loci” de beschermende geest in een bepaald gebied bedoeld, maar tegenwoordig gebruikt men het vooral om de eigenheid van een locatie te benadrukken. Deze plaats (of een gebouw) heeft duidelijk een eigen karakter.
Tijdens deze expositie worden drie series schilderijen tentoongesteld: “Ruïne”, “Metalchem” en “Interieurs”. De uitgangspunten voor deze werken zijn vervallen gebouwen, huizen, fabrieksgebouwen. Ze hebben geen monumentale of historische waarde. Ze zijn vervallen, geruïneerd en ze passen niet bij het stedelijke landschap.
In de Poolse stad Opole heb ik veel verlaten industriële panden gevonden. Hun interieurs dienen soms als tijdelijke woonruimtes voor daklozen.
De sombere schoonheid van de vernielde gebouwen heeft op mij een enorme aantrekkingskracht.
De “Metalchem” serie is geïnspireerd op een monumentaal fabrieksgebouw in Opole. Dit enorm grote gebouw is meer dan 20 jaar geleden gebouwd om een metallurgisch productiecentrum te worden, maar het is nooit afgemaakt en is nu verlaten. Dit Metalchem gebouw staat in het midden van een woonwijk, die toen gebouwd werd voor de toekomstige arbeiders van de fabriek. In deze serie wil ik het gevoel van vervreemding en de sombere schoonheid van het industriële landschap laten zien.
De geest van bewoonbaarheid en desolatie heerst in de “Interieurs” serie. Sommige schilderijen zijn mijn impressies van tijdelijke woonruimtes van Poolse gastarbeiders in Nederland.
Het tijdsverloop is er zichtbaar in de vergrijsde kleuren, de vernielde architectuur en de meubelen. De mens is de grote afwezige in deze schilderijen maar toch is zijn vluchtige presentie voelbaar.
De leegte, het gevoel van isolatie, de melancholie, de prachtige kleuren en structuren van deze vergeten plaatsen, waar de geest rondwaart, zijn de belangrijkste kenmerken voor de “Ruïne”, “Metalchem”en “Interieur” serie