In mijn optiek gaat beeldhouwen in steen over het ontkennen van de originele vorm door deze maximaal te transformeren. Het massieve en rigide karakter van ‘een kei’ moet door mij getransformeerd worden tot een lichte en plastische vorm. Om ‘de kei’ nog verder te ontkennen vind ik het belangrijk om de sculptuur een gevoel van beweging te geven; ogenschijnlijk gebogen door de tijd.
Alleen de natuur is in staat steen vloeibaar te maken.
Voor mij is beeldhouwen de natuur provoceren.
Zowel kunst als architectuur geven me aanwijzingen voor essentiële composities. Door deze twee disciplines te bestuderen en vrijelijk te combineren, ontstaan er nieuwe sculpturen in mijn hoofd. Deze beelden van sculpturen, vertaal ik direct in steen, soms voorafgegaan door een snelle schets.
Typische eigenschappen van de sculpturen zijn hun monumentaliteit, hun ritme en de afwezigheid van een zogenoemde onder- of achterkant. Dit geeft mij als beeldhouwer en de eventuele eigenaar voortdurend invloed op hoe de sculptuur (her)gepositioneerd wordt.
De sculpturen worden gerealiseerd in hardere steensoorten zoals Belgisch hardsteen, marmer en graniet. Dit maakt ze geschikt voor plaatsing in de open lucht.